icon-phone arrow icon-search mail pinterest google-plus facebook instagram twitter youtube linkedin whatsapp

Hoe verloopt een procedure?

Vaak wordt mij de vraag gesteld hoe een rechtszaak precies verloopt. Een rechtszaak kan op verschillende manieren verlopen, maar er zijn ook diverse soorten rechtszaken. Hieronder heb ik een verwijspagina gemaakt voor diverse procedures en verwikkelingen daarin.

Rechtszaken bij de overheidsrechter

Normaal is, tenzij partijen iets anders afspreken, de overheidsrechter altijd bevoegd om in een geschil te oordelen. Dat wil zeggen, partijen kunnen dat alleen in bepaalde civiele zaken (rechtszaken tussen burgers onderling) afspreken dat zij niet naar de overheidsrechter gaan. Er bestaan echter diverse soorten overheidsrechters die ook weer verschillende procedures kennen.

De gewone, civiele, burgerlijke of commune rechter

Voor geschillen over burgerlijk of civiel recht komt men bij de zogenaamde burgerlijke rechter terecht. Dit zijn de gewone rechtbank (vroeger arrondissementsrechtbank geheten) en de kantonrechter.

Procederen bij de burgerlijke rechter: verzoekschriftprocedures

Op dit moment kent de wet nog een verschil tussen zogenaamde verzoekschriftprocedures en dagvaardingsprocedures. Dit verschil wordt binnenkort opgeheven.
Verzoekschriftprocedures beginnen, doordat de verzoeker bij de rechtbank een verzoekschrift indient. De verzoeker dient dan de mogelijke verweerder, ook wel ‘gerequestreerde‘ genoemd, in het verzoekschrift te benoemen en de griffier van de rechtbank roept dan de verweerder(s) of belanghebbenden op.

Procederen bij de burgerlijke rechter: dagvaardingsprocedures

Dagvaardingsprocedures beginnen met het uitbrengen van een dagvaarding door de gerechtsdeurwaarder. De eisende partij (meestal diens advocaat) stelt dit stuk inhoudelijk op en formuleert de eis. Deze wordt dan betekend door een deurwaarder bij de gedaagde partij, waarbij deze een roldatum krijgt aangezegd.
Bij de kantonrechter (in VvE zaken, arbeidsrecht, huurrecht, huurkoop en zaken tot een waarde van maximaal € 25.000,00) kan de gedaagde partij zelf verweer voeren. Hij is dan geen griffierecht verschuldigd. Bij de gewone rechtbank is er echter verplicht een advocaat nodig om verweer te kunnen voeren.

Procederen bij de burgerlijke rechter: reconventionele of tegenvorderingen

De gedaagde partij kan ook een tegenvordering instellen. Als dat gebeurt wordt de oorspronkelijke eis de ‘eis in conventie’ genoemd en de tegeneis ‘eis in reconventie’. De oorspronkelijke gedaagde wordt dan ‘gedaagde in conventie, tevens eiser in reconventie’ genoemd.

Procederen bij de burgerlijke rechter: incidenten

De gedaagde partij kan ‘voor alle weren’ zogenaamde processuele incidenten opwerpen. Indien de gedaagde partij meent dat de rechtbank onbevoegd is (qua locatie of qua soort rechter), dan kan er een ‘incident houdende onbevoegdheid’ worden opgeworpen. Daarop mag de eisende partij kort reageren en de rechtbank beslist vervolgens op het verweer en verklaart zich al dan niet onbevoegd. Er kunnen allerlei incidenten worden opgeworpen, waarvan een veel voorkomend incident is het ‘incident tot oproeping in vrijwaring’.

Procederen bij de burgerlijke rechter: bewijs door middel van getuigen of deskundigen

Getuigenverhoor

Indien een getuigenverhoor plaats vindt, wordt dat weer na het opvragen van verhinderdata ingepland. De partij die bewijs moet leveren moet de getuigen zelf tegen deze dag oproepen. Dat gebeurt meestal door een aangetekende brief of door middel van een deurwaardersexploit. De getuige is dan verplicht te verschijnen, doch heeft wel recht op vergoeding van de verletkosten en reiskosten. Deze kosten dienen betaald te worden door de partij die de getuige heeft opgeroepen. Uiteindelijk komen deze kosten voor rekening van de verliezende partij.

Procederen bij de burgerlijke rechter: comparities en descentes

Comparities en descentes

Nadat de schriftelijke ronde gevolgd is, besluit de rechtbank meestal een zogenaamde comparitie te houden. Een comparitie is een zitting op de rechtbank, waarbij partijen met hun advocaten verwacht worden. Een comparitie wordt meestal pas bepaald nadat partijen eerst hun verhinderdata hebben kunnen opgeven. De bedoeling van een comparitie is om de rechter ten eerste nadere inlichtingen te kunnen verschaffen. De rechter stelt feitelijke vragen aan de partijen, die overigens niet onder ede staan, en de meer juridische getinte vragen aan de advocaat. Het tweede doel van de comparitie is bedoeld om te kijken of partijen, al dan niet nadat de rechter zijn voorlopig oordeel over de zaak heeft gegeven, een schikking kunnen treffen.

Procederen bij de burgerlijke rechter: het eindvonnis en de termijn voor hoger beroep

Het eindvonnis

In het eindvonnis geeft de rechter partijen geheel, gedeeltelijk gelijk of ongelijk en neemt dan ook een beslissing over de proceskosten. Het vonnis wordt meestal ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaart. Dat wil zeggen dat als de partij die ongelijk heeft gekregen hoger beroep instelt bij het gerechtshof, de partij die gelijk heeft gekregen ondanks dat ingestelde hoger beroep toch tot executie van het vonnis mag overgaan, ook al is het vonnis nog niet definitief. Dat gebeurt dan wel op eigen risico, omdat het gerechtshof uiteraard anders kan beslissen dan de ‘rechter in eerste aanleg’.

Arbitrale rechtspraak

Als de burgerlijke rechter bevoegd is, kunnen partijen toch afspreken dat zij een arbiter vragen om hun geschil te beslechten. De reden hiervoor kan gelegen zijn in het feit dat het een gespecialiseerde materie is, waarbij de arbiters meer kennis van het onderwerp hebben dan de burgerlijke rechter.


Juist Just! Advocatuur BV
bezoeklocatie,
nader af te spreken
KVK: 92323103